Rassen

De Australian Shepherd

D e Australian Shepherd is een herdershond die afkomstig is uit de Verenigde Staten. De oorsprong van de Aussie ligt in Noord-Amerika, waar fokkers Europese en Australische honden kruisten die werden gebruikt voor het drijven van de Spaanse Merino schapen, die eerst naar Australië en later naar de Verenigde Staten werden geëxporteerd, vaak vergezeld door de honden die de kudde begeleiden. De naam “Australian Shepherd” houdt dus verband met de honden die in Australië de Merino schapen dreven. In Amerika werd de Aussie onder andere ingezet als veelzijdige helper op de ranch en voor spectaculaire optredens tijdens western shows vergaarden ze in korte tijd grote bekendheid. De opvatting dat dit ras, net als de Australische veedrijvershond, is ontstaan uit een kruising met een dingo is, is fout.

De geschiedenis van het registreren van Australian Shepherds is niet alledaags. De door de “officiële” kynologie erkende “officiële” registratie is niet het enige fokboek dat er binnen de Australian Shepherd gebruikt wordt. Het is een relatief jong ras, ook al werden de honden al enige eeuwen gebruikt en gefokt in Amerika. Een eerste fokboek werd voor de Australian Shepherd pas rond 1970 opgestart. In 1971 werd de officiële registratie van de honden door de in 1957 in Arizona gestichte Australian Shepherd Club of America (ASCA) overgenomen. De rasstandaard van de ASCA werd in 1977 van kracht.

Sinds de jaren 1990 voert de American Kennel Club (AKC) ook een fokboek voor Australian Shepherds en heeft een eigen rasstandaard ontwikkeld, die sinds 1993 van kracht is. Aangezien de Nederlandse en Europese kynologie onderdeel zijn van de officiële kynologie hebben zij zich verbonden aan het stamboek van de AKC.

Uiterlijk

De Australian Shepherd is een middelgrote hond. Het is een alerte, levendige verschijning die soepel beweegt en wendbaar is. De vacht bestaat uit een dikke ondervacht met daarboven halflang steil of licht golvend haar. De Australian Shepherd is iets langer in lichaam dan dat hij hoog is. Bij de Australian Shepherd komt de natuurlijke kortstaart voor. Een hond met een zogenoemde natural bobtail heeft een staart die korter is dan de volledige staart die tot aan de hak reikt. De vachtkleuren van de Aussie variëren van blue-merle, red-merle tot eenkleurig zwart of leverkleurig. Variaties zijn er met koperkleurige- en/of witte aftekeningen. Het middelgrote oog is amandelvormig. De oogkleur varieert van blauw tot bruin en amberkleurig, een combinatie van deze kleuren is mogelijk door vlekjes en marmering. De schofthoogte van een teef is 45 tot 52 cm en die van een reu 52 tot 58 cm, het gewicht varieert van 20 tot 30 kg.

Energie

De Australian Shepherd is gebouwd om de hele dag te kunnen bewegen. Hij is atletisch, actief en beschikt over een flinke portie werklust en uithoudingsvermogen. Logisch want de hond moest de hele dag mee met de rancher.  Een Aussie heeft dan ook beslist een uitlaatklep nodig om zijn energie kwijt te kunnen! Hierdoor is hij uitermate geschikt voor mensen die van lange wandelingen houden maar ook om mee te gaan naast het paard of aan de fiets.

Wanneer de Australian Shepherd zijn energie echter niet kwijt kan, kan hij vervelend gedrag gaan vertonen. Hij kan nerveus gedrag in huis laten zien, overal op reageren en onrustig worden. Het kan zelfs zo erg worden dat de Australian Shepherd stereotype gedrag gaat vertonen zoals bv. het tot bloedens toe aanvreten van zijn eigen poten. Een Aussie moet dagelijks lekker los kunnen rennen of zwemmen en naar hartenlust kunnen snuffelen en spelen met zijn baas.

De Australian Shepherd is intuïtief en is gefokt om zelfstandig beslissingen te nemen wanneer de baas daartoe niet in staat is. Hij is zeer intelligent, oplettend en gemakkelijk te trainen. Maar deze eigenschappen kunnen ook een nadeel zijn! Een Aussie is alert, ziet alles en kan in bepaalde situaties zeer reactief zijn. Dit kan bij een zelfstandige Australian Shepherd ook leiden tot eigenzinnig gedrag waarbij hij zijn baas niet nodig heeft.

Wat verwacht een Australian Shepherd van zijn eigenaar?

Omdat de Australian Shepherd een actieve hond is, zoekt hij naar een sportieve, actieve eigenaar. Eén die er voor zorgt dat er dagelijks minimaal een uur onafgebroken gewandeld wordt met de hond. Wanneer dit altijd hetzelfde rondje is, zal de Australian Shepherd zich al snel gaan vervelen, afwisseling is dus geboden. Dit kan ook door de hond ‘opdrachten’ te geven, denk hierbij aan apporteerspelletjes, zoekspelletjes of een balansoefening zoals het lopen over een omgevallen boom. Verder heeft een Australian Shepherd een eigenaar nodig die hem de tijd geeft om volwassen te worden, werk maakt van een consequente opvoeding/socialisatie en kan omgaan met zijn eventueel gereserveerde gedrag naar vreemden. Nog mooier is het wanneer de Australian Shepherd een taak krijgt in de vorm van een hondensport.

Een Aussie in huis

Wanneer je de trotse bezitter van een Australian Shepherd bent, kun je tegen een aantal dingen aanlopen.

Australian Shepherds zijn sterk gericht op het gezin waarin ze leven, hun roedel. Ze kunnen gereserveerd zijn ten opzichte van vreemden en zijn niet vanzelfsprekend vriendelijk tegen anderen. Ze zijn vanwege hun gevoeligheid niet altijd even goed bestand tegen druk en opwinding. Bovendien heeft een Australian Shepherd tijd nodig om volwassen te worden, iets waar terdege rekening mee gehouden dient te worden.

Verveling is één van de grootste valkuilen bij het houden van een Australian Shepherd. Zorg ervoor dat je jouw Australian Shepherd dus voldoende beweging geeft en dat hij in huis voldoende speelmateriaal heeft om zichzelf bezig te houden. Maar zorg er bovenal ook voor dat je Aussie voldoende tot rust kan komen.

Gezondheid

Over het algemeen is de Aussie een gezonde hond. De Australian Shepherd kan makkelijk een hoge leeftijd bereiken. Binnen het ras komen een aantal aandoeningen voor, zoals HD, ED, oogproblemen, MDR1 en epilepsie. De fokdieren worden verplicht HD en ED geröntgend en getest op alle binnen het ras voorkomende oogafwijkingen. Eén van beide ouderdieren moet een MDR1 vrije hond zijn. Met betrekking tot epilepsie bestaat er helaas nog geen test.

Lees meer op deze website onder Gezondheid.

Sport en spel

Australian Shepherds blinken uit in veelzijdigheid. Dat houdt in dat je met jouw Australian Shepherd vele takken van hondensport kunt beoefenen.

Het drijven van vee is waar de Australian Shepherd bij uitstek voor gefokt is. Maar de Australian Shepherd valt ook op in tal van andere hondensporten zoals:

  • Agility
  • Dogdance
  • Dogfrisbee
  • FCI Obidience
  • Flyball
  • Hoopers
  • Horse and dog trail
  • Mantrailing
  • Treibball
  • Speuren

Problemen

Helaas heeft de Australian Shepherd niet altijd een goede naam bij instructeurs of gedragsbegeleiders, zij kunnen niet altijd even goed uit de voeten met het karakter en het daarbij behorende gedrag van de Australian Shepherd.

Mocht je problemen ondervinden met jouw hond, raadpleeg dan eerst de fokker van jouw hond. Ook de Australian Shepherd Club Nederland kan je helpen met advies bij allerhande ras specifieke problemen.Lees meer op deze website onder Hondensporten..

De Australian Shepherd

D e Australian Shepherd is een herdershond die afkomstig is uit de Verenigde Staten. De oorsprong van de Aussie ligt in Noord-Amerika, waar fokkers Europese en Australische honden kruisten die werden gebruikt voor het drijven van de Spaanse Merino schapen, die eerst naar Australië en later naar de Verenigde Staten werden geëxporteerd, vaak vergezeld door de honden die de kudde begeleiden. De naam “Australian Shepherd” houdt dus verband met de honden die in Australië de Merino schapen dreven. In Amerika werd de Aussie onder andere ingezet als veelzijdige helper op de ranch en voor spectaculaire optredens tijdens western shows vergaarden ze in korte tijd grote bekendheid. De opvatting dat dit ras, net als de Australische veedrijvershond, is ontstaan uit een kruising met een dingo is, is fout.

De geschiedenis van het registreren van Australian Shepherds is niet alledaags. De door de “officiële” kynologie erkende “officiële” registratie is niet het enige fokboek dat er binnen de Australian Shepherd gebruikt wordt. Het is een relatief jong ras, ook al werden de honden al enige eeuwen gebruikt en gefokt in Amerika. Een eerste fokboek werd voor de Australian Shepherd pas rond 1970 opgestart. In 1971 werd de officiële registratie van de honden door de in 1957 in Arizona gestichte Australian Shepherd Club of America (ASCA) overgenomen. De rasstandaard van de ASCA werd in 1977 van kracht.

Sinds de jaren 1990 voert de American Kennel Club (AKC) ook een fokboek voor Australian Shepherds en heeft een eigen rasstandaard ontwikkeld, die sinds 1993 van kracht is. Aangezien de Nederlandse en Europese kynologie onderdeel zijn van de officiële kynologie hebben zij zich verbonden aan het stamboek van de AKC.

Uiterlijk

De Australian Shepherd is een middelgrote hond. Het is een alerte, levendige verschijning die soepel beweegt en wendbaar is. De vacht bestaat uit een dikke ondervacht met daarboven halflang steil of licht golvend haar. De Australian Shepherd is iets langer in lichaam dan dat hij hoog is. Bij de Australian Shepherd komt de natuurlijke kortstaart voor. Een hond met een zogenoemde natural bobtail heeft een staart die korter is dan de volledige staart die tot aan de hak reikt. De vachtkleuren van de Aussie variëren van blue-merle, red-merle tot eenkleurig zwart of leverkleurig. Variaties zijn er met koperkleurige- en/of witte aftekeningen. Het middelgrote oog is amandelvormig. De oogkleur varieert van blauw tot bruin en amberkleurig, een combinatie van deze kleuren is mogelijk door vlekjes en marmering. De schofthoogte van een teef is 45 tot 52 cm en die van een reu 52 tot 58 cm, het gewicht varieert van 20 tot 30 kg.

Energie

De Australian Shepherd is gebouwd om de hele dag te kunnen bewegen. Hij is atletisch, actief en beschikt over een flinke portie werklust en uithoudingsvermogen. Logisch want de hond moest de hele dag mee met de rancher.  Een Aussie heeft dan ook beslist een uitlaatklep nodig om zijn energie kwijt te kunnen! Hierdoor is hij uitermate geschikt voor mensen die van lange wandelingen houden maar ook om mee te gaan naast het paard of aan de fiets.

Wanneer de Australian Shepherd zijn energie echter niet kwijt kan, kan hij vervelend gedrag gaan vertonen. Hij kan nerveus gedrag in huis laten zien, overal op reageren en onrustig worden. Het kan zelfs zo erg worden dat de Australian Shepherd stereotype gedrag gaat vertonen zoals bv. het tot bloedens toe aanvreten van zijn eigen poten. Een Aussie moet dagelijks lekker los kunnen rennen of zwemmen en naar hartenlust kunnen snuffelen en spelen met zijn baas.

De Australian Shepherd is intuïtief en is gefokt om zelfstandig beslissingen te nemen wanneer de baas daartoe niet in staat is. Hij is zeer intelligent, oplettend en gemakkelijk te trainen. Maar deze eigenschappen kunnen ook een nadeel zijn! Een Aussie is alert, ziet alles en kan in bepaalde situaties zeer reactief zijn. Dit kan bij een zelfstandige Australian Shepherd ook leiden tot eigenzinnig gedrag waarbij hij zijn baas niet nodig heeft.

Wat verwacht een Australian Shepherd van zijn eigenaar?

Omdat de Australian Shepherd een actieve hond is, zoekt hij naar een sportieve, actieve eigenaar. Eén die er voor zorgt dat er dagelijks minimaal een uur onafgebroken gewandeld wordt met de hond. Wanneer dit altijd hetzelfde rondje is, zal de Australian Shepherd zich al snel gaan vervelen, afwisseling is dus geboden. Dit kan ook door de hond ‘opdrachten’ te geven, denk hierbij aan apporteerspelletjes, zoekspelletjes of een balansoefening zoals het lopen over een omgevallen boom. Verder heeft een Australian Shepherd een eigenaar nodig die hem de tijd geeft om volwassen te worden, werk maakt van een consequente opvoeding/socialisatie en kan omgaan met zijn eventueel gereserveerde gedrag naar vreemden. Nog mooier is het wanneer de Australian Shepherd een taak krijgt in de vorm van een hondensport.

Een Aussie in huis

Wanneer je de trotse bezitter van een Australian Shepherd bent, kun je tegen een aantal dingen aanlopen.

Australian Shepherds zijn sterk gericht op het gezin waarin ze leven, hun roedel. Ze kunnen gereserveerd zijn ten opzichte van vreemden en zijn niet vanzelfsprekend vriendelijk tegen anderen. Ze zijn vanwege hun gevoeligheid niet altijd even goed bestand tegen druk en opwinding. Bovendien heeft een Australian Shepherd tijd nodig om volwassen te worden, iets waar terdege rekening mee gehouden dient te worden.

Verveling is één van de grootste valkuilen bij het houden van een Australian Shepherd. Zorg ervoor dat je jouw Australian Shepherd dus voldoende beweging geeft en dat hij in huis voldoende speelmateriaal heeft om zichzelf bezig te houden. Maar zorg er bovenal ook voor dat je Aussie voldoende tot rust kan komen.

Gezondheid

Over het algemeen is de Aussie een gezonde hond. De Australian Shepherd kan makkelijk een hoge leeftijd bereiken. Binnen het ras komen een aantal aandoeningen voor, zoals HD, ED, oogproblemen, MDR1 en epilepsie. De fokdieren worden verplicht HD en ED geröntgend en getest op alle binnen het ras voorkomende oogafwijkingen. Eén van beide ouderdieren moet een MDR1 vrije hond zijn. Met betrekking tot epilepsie bestaat er helaas nog geen test.

Lees meer op deze website onder Gezondheid.

Sport en spel

Australian Shepherds blinken uit in veelzijdigheid. Dat houdt in dat je met jouw Australian Shepherd vele takken van hondensport kunt beoefenen.

Het drijven van vee is waar de Australian Shepherd bij uitstek voor gefokt is. Maar de Australian Shepherd valt ook op in tal van andere hondensporten zoals:

  • Agility
  • Dogdance
  • Dogfrisbee
  • FCI Obidience
  • Flyball
  • Hoopers
  • Horse and dog trail
  • Mantrailing
  • Treibball
  • Speuren

Problemen

Helaas heeft de Australian Shepherd niet altijd een goede naam bij instructeurs of gedragsbegeleiders, zij kunnen niet altijd even goed uit de voeten met het karakter en het daarbij behorende gedrag van de Australian Shepherd.

Mocht je problemen ondervinden met jouw hond, raadpleeg dan eerst de fokker van jouw hond. Ook de Australian Shepherd Club Nederland kan je helpen met advies bij allerhande ras specifieke problemen.Lees meer op deze website onder Hondensporten..

De Miniature American Shepherd

D e Miniature American Shepherd is een kleine herdershond die van oorsprong uit America komt en sinds 9 april 2019 door de FCI voorlopig als ras is erkend.

Oorsprong

De Miniature American Shepherd werd eind jaren zestig in Californië ontwikkeld door te selecteren op kleine, niet-geregistreerde honden waarvan werd gedacht dat ze Australische Shepherds waren. Het  doel van deze fokkerij was hun kleinere formaat, actieve karakter en intelligentie vast te leggen en te behouden.

Het ras werd in 1983 voor het eerst geregistreerd in het National Stock Dog Registry en kreeg oorspronkelijk de naam Miniature Australian Shepherd. Aan het begin van de jaren negentig is het ras in Amerika populair geworden. Verschillende clubs hebben deze kleine honden gepromoot, ze werden geregistreerd en getoond bij verschillende organisaties van zeldzame rassen. De eerste rasvereniging en het eerste stamboek register, de MASCUSA, werd in 1990 gevormd en definitief opgericht in 1993. Het ras werd in mei 2011 onder gebracht bij de AKC Foundation Stock Service als de Miniature American Shepherd.

De Miniature American Shepherd Club van de VS (MASCUSA) is de nationale moederclub en aangesloten bij de American Kennel Club. In Engeland staat de officiële rasvereniging bekend als de UKMASC. Deze club is opgericht in 2011 en hoewel het ras nog niet wordt erkend door de UK Kennel Club, is de UKMASC toegewijd aan degelijke en verantwoorde fokcombinaties en de promotie van het ras in het Engeland.

Sinds 2019 is de ASCN de rasvereniging voor de Miniature American Shepherd in Nederland en het uitrollen van het verenigingsfokreglement en het openstellen van haar evenementenvoor de MAS neemt een aanvang in 2020.

Uiterlijk

​De Miniature American Shepherd is een kleinere herdershond tussen de 33 en 46 cm groot (reuen 35,5 tot 46 cm. en teven 33 tot 43,5 cm). en weegt zo’n 8 tot 18 kg. De maten worden in de standaard strikt gehanteerd wat wil zeggen dat voor reuen een maat onder de 35,5 cm en boven de 46 cm diskwalificerend is en voor teven onder de 33 cm en boven de 45,5 cm. Dit wil overigens niet zeggen dat honden die net iets te groot of te klein zijn, in Nederland niet voor de fokkerij mogen worden ingezet. De achterliggende gedachte achter de strikte hantering van de maten is gelegen in het feit dat men weg wil blijven van verdwerging maar men ook uit de buurt van de minimum maat van de Aussie wil blijven.

De MAS is iets langer in lichaam dan dat hij hoog is. Het is een levendige, lenige en wendbare hond. De MAS heeft een halflange vacht met een dikke ondervacht en deze kan net als bij de Aussie allerlei vachtkleuren hebben. De vachtkleur kan variëren van blue merle, red merle tot eenkleurig zwart of leverkleurig. Verder zijn er net als bij de Aussie variaties in de koperkleurige en witte aftekeningen. Ook de MAS kent de natuurlijke kort staart (natural bobtail, afgekort NBT). De MAS heeft een middelgroot, amandelvorige oog en de oogkleur varieert van blauw tot bruin en amberkleurig. Een combinatie van deze kleuren is mogelijk door vlekjes en marmering. Neem ook eens een kijkje in de rasstandaard van de FCI.

Energie

Ook de MAS is gefokt en gebouwd om de hele dag te kunnen bewegen. Hij is atletisch en actief en beschikt over werklust en uithoudingsvermogen en heeft daarom een uitlaatklep nodig om zijn energie kwijt te kunnen. Hij is dan ook niet geschikt voor mensen die niet iets met de hond willen gaan ondernemen. Zonder uitlaatklep kan de MAS nerveus en destructief worden. De MAS is een goede huishond, mits goed gesocialiseerd en consequent opgevoed en hij voldoende uitdaging en beweging krijgt.

Het ras wordt gebruikt voor het hoeden van kleinere dieren zoals schapen en geiten, hoewel ze het lef moeten hebben om ook grotere dieren zoals koeien aan te kunnen. Hun kleine formaat was populair omdat ze hierdoor ook gemakkelijk als huishond gehouden konden worden. Ze werden vooral populair bij ruiters die naar paardenshows reisden, omdat hun intelligentie, loyaliteit en grootte hen een uitstekende reisgenoot maakten. Op deze manier verspreidde hun populariteit zich over het hele land. Vandaag de dag komen wede Miniature American Shepherd ook buiten de VS tegen. Het is een ras met een unieke identiteit, een hond die onder andere vanwege zijn kleuren en beweeglijkheid opvalt, een veelzijdige, kleinere herdershond, die zich zowel op een ranch als in de stad thuis voelt.

De Miniature American Shepherd is een herdershond die door de AKC is ingedeeld in de Herding Group en door de FCI in groep 1, Herdershonden en veedrijvers.

Wat verwacht een MAS van zijn eigenaar?

Omdat de MAS een actieve hond is, zoekt hij naar een sportieve, actieve eigenaar. Eén die er voor zorgt dat er dagelijks minimaal een uur onafgebroken gewandeld wordt met de hond. Wanneer dit altijd hetzelfde rondje is, zal de Mas zich, net als de Australian Shepherd zich al snel gaan vervelen, afwisseling is dus geboden. Dit kan ook door de hond ‘opdrachten’ te geven, denk hierbij aan apporteerspelletjes, zoekspelletjes of hersenwerkjes. Verder heeft een MAS een eigenaar nodig die hem de tijd geeft om volwassen te worden, werk maakt van een consequente opvoeding/socialisatie en kan omgaan met zijn eventueel gereserveerde gedrag naar vreemden. Nog mooier is het wanneer de MAS een taak krijgt in de vorm van een hondensport.

Een Miniature American Shepherd in huis

Wanneer je de trotse bezitter van een Miniature American Shepherd bent, kun je tegen een aantal dingen aanlopen.

De Mas is sterk gericht op het gezin waarin hij leeft, hun roedel. Ze kunnen gereserveerd zijn ten opzichte van vreemden en zijn niet vanzelfsprekend vriendelijk tegen anderen. Ze zijn vanwege hun gevoeligheid niet altijd even goed bestand tegen druk en opwinding. Bovendien heeft een MAS tijd nodig om volwassen te worden, iets waar terdege rekening mee gehouden dient te worden.

De MAS heeft net als de Aussie een uitlaatklep nodig om dagelijks zijn/haar energie kwijt te raken, maar zorg er bovenal ook voor dat je MAS voldoende tot rust kan komen.

Gezondheid

Ook aan de MAS worden met betrekking tot de fokkerij diverse gezondheidseisen gesteld. Het VFR voor de MAS wordt in de Algemene Vergadering van april 2020 in stemming gebracht. Op dit moment adviseert het bestuur dat fokdieren worden gecontroleerd op HD, ED, patella luxatie, oogproblemen (ECVO-test) en de DNA-testen DM, HSF4, PRA, CEA en MDR1. Ook epilepsie komt bij dit ras voor, maar helaas is daar nog geen DNA-test voor beschikbaar. In het verenigingsfokreglement voor de MAS wordt uitgelegd met welke dieren er wel en niet gefokt mag worden.

Sport en spel

Net als de Aussie blinkt de MAS uit in tal van hondensporten en is het een veelzijdige hond. Bij uitstek is de MAS geschikt waar hij voor gefokt is, namelijk het drijven van klein vee zoals schapen. Maar ook in andere hondensporten zal de MAS vanwege zijn lichtvoetigheid, goede neus en sprong vermogen uitblinken in sporten zoals:

  • Agility
  • Dogdance
  • Dogfrisbee
  • FCI Obidience
  • Flyball
  • Hoopers
  • Horse and dog trail
  • Mantrailing
  • Treibball
  • Speuren

FCI Rasstandaard Aussie

FCI standaard nummer 342 (5 juni 2009)
Classificatie FCI:
Groep I Herders- en veedrijvershonden (behalve Zwitserse Herdershonden)
Sectie I Herdershonden zonder werkproef
KORT HISTORISCH OVERZICHT:

Hoewel er vele theorieën zijn over de oorsprong van de Australian Shepherd, is het ras zoals wij dat heden ten dage kennen uitsluitend ontwikkeld in de Verenigde Staten van Amerika. De Australian Shepherd verkreeg zijn naam door de associatie met de Baskische herders die in de negentiende eeuw vanuit Australië naar de Verenigde Staten van Amerika kwamen. De populariteit van de Australian Shepherd steeg gestadig met de grote vlucht die het western horseback riding nam na de Tweede Wereldoorlog, waarmee het grote publiek kennis maakte via rodeo’s, paardenshows, films en televisieshows. Hun inherente veelzijdigheid en leergierige aard maakten hen van grote waarde op Amerikaanse farms en ranches. De Amerikaanse veedrijvers ontwikkelden het ras verder, hun veelzijdigheid, scherpzinnige intelligentie, sterke drijfinstincten en hun opvallende uiterlijk bewarend, die oorspronkelijk hun bewondering won.

Hoewel ieder individu uniek is in kleur en tekening, tonen alle Australian Shepherds een onovertroffen aanhankelijkheid aan hun gezinnen. Hun vele kenmerken hebben de Australian Shepherds van voortdurende populariteit verzekerd.                                   

ALGEMENE VERSCHIJNING: De Australian Shepherd is goed in balans, iets langer dan hoog, van middelmatige grootte en bone, in kleurpatronen die variatie en individualiteit bieden. Hij is oplettend en levendig, beweeglijk en lenig, stevig en gespierd, zonder log te zijn. Zijn vacht is van gemiddelde lengte en hardheid. Hij heeft een gecoupeerde of natuurlijke staart.

BELANGRIJKE VERHOUDINGEN: Gemeten vanaf het borstbeen tot het zitbeen, en vanaf de schoft tot aan de grond, is de Australian Shepherd iets langer dan hoog.
Solide gebouwd met middelmatig zwaar bone. Bouw van de reu weerspiegelt mannelijkheid zonder grof te lijken. Teven zien er vrouwelijk uit zonder licht van bone te zijn.

GEDRAG/KARAKTER: De Australian Shepherd is een intelligente werkhond met sterke drijf- en hoedinstincten. Hij is een trouwe kameraad en heeft het uithoudingsvermogen om de hele dag te werken. Gelijkmatig van aard, vriendelijk en zelden uit op “ruzie”. Bij een eerste ontmoeting kan hij enigszins gereserveerd zijn.

HOOFD: Het hoofd is strak belijnd, krachtig en droog. Algehele grootte moet in verhouding zijn met het lichaam.

SCHEDELSTREEK:
Schedel: De bovenkant is vlak tot licht gewelfd. Er mag een lichte achterhoofdknobbel zijn. Lengte en breedte zijn gelijk.
Stop: Middelmatige, goed aangeduide stop.

AANGEZICHTSSTREEK:
Neus: Blue-merles en blacks hebben zwart pigment op de neus (en lippen). Red-merles en reds hebben leverkleurige (bruin) pigment op de neus (en lippen).
Bij de merles zijn kleine roze vlekken op de neus toegestaan maar deze mogen de 25% niet overschrijden bij honden ouder dan één jaar, anders is dit een ernstige fout.
Voorsnuit: De voorsnuit is even lang of iets korter dan de schedel. Vanaf opzij gezien vormen de bovenbelijning van de schedel en de voorsnuit parallelle vlakken, gescheiden door een middelmatige, goed aangeduide stop. De voorsnuit versmalt weinig van de basis naar de afgeronde neus.
Gebit: Een volledig gebit met sterke witte tanden, dat een schaargebit vormt. Een tanggebit is toegestaan.
Ogen: Bruin, blauw, amber, of elke variatie of combinatie hiervan, inclusief vlekken en marmering. Het oog is amandelvormig, niet uitpuilend of diepliggend. De blue-merles en zwarten hebben zwart pigment op de oogranden. De red-merles en roden hebben leverkleurig (bruin) pigment op de oogranden. Expressie: Oplettend en intelligent, alert en geestdriftig. De oogopslag is levendig, maar vriendelijk.
Oren: De oren zijn driehoekig, van gemiddelde grootte en dikte, hoog aangezet op het hoofd. Bij volle aandacht vallen zij naar voren of naar de zijkant als een ‘rozenoor’.

HALS: De hals is krachtig, van gemiddelde lengte, licht gebogen vanaf de kruin en goed passend in de schouders.

LICHAAM:
Bovenbelijning: De rug is recht en sterk, vlak en vast van de schoft tot aan de heupgewrichten.
Kruis: Licht aflopend.
Borst: Niet breed maar diep waarbij het laagste punt de elleboog bereikt.
Ribben: Goed gebogen en lang, niet tonvormig, noch vlak.
Onderbelijning en buik: Laat een licht opgetrokken buiklijn zien.

STAART: recht, van nature lang of van nature kort. Indien gecoupeerd (in landen waar dit is toegestaan) of van nature kort, mag deze niet langer dan 10 cm zijn.

LEDEMATEN:

VOORHAND:
Schouders:
De schouderbladen zijn lang en vlak, liggen bij de schoft tamelijk dicht bij elkaar en liggen goed naar achteren. De opperarm, die ongeveer dezelfde lengte moet hebben als het schouderblad, vormt een bij benadering rechte hoek met de schouderlijn waarbij de voorbenen loodrecht op de grond staan.
Benen: Recht en sterk. Met stevig bone, eerder ovaal dan rond.
Middenvoeten: Van middelmatige lengte en zeer licht gebogen. De voorste bijklauwen mogen worden verwijderd.
Voeten: Ovaal van vorm, compact met dicht aaneen gesloten en goed gewelfde tenen. De voetzolen zijn dik en veerkrachtig.

ACHTERHAND:
Algemeen voorkomen: de breedte van de achterhand is gelijk aan die van de voorhand ter hoogte van de schouders.
De hoeking van het heupbeen en dijbeen correspondeert met de hoeking van het schouderblad en opperarm, ze vormen een nagenoeg haakse hoek.
Knieën: Goed aangeduid.
Spronggewrichten: Middelmatig gehoekt.
Middenvoeten: Kort, staan loodrecht op de grond en parallel aan elkaar, van achteren gezien. Geen Hubertusklauwen.
Voeten: Ovaal, compact met dicht aangesloten en goed gewelfde tenen. De voetzolen zijn dik en veerkrachtig.

GANGWERK: De Australian Shepherd heeft een vloeiend, onbelemmerd en soepel gangwerk. Hij toont grote soepelheid in zijn bewegingen, met een evenwichtig en uitgrijpend gangwerk. De voor- en achterbenen bewegen recht en parallel t.o.v. de middenlijn van het lichaam. Wanneer de snelheid toeneemt, komen de voeten (voor en achter) samen op de lijn die het zwaartepunt volgt, terwijl de ruglijn vast en vlak blijft. De Australian Shepherd moet wendbaar zijn en in staat om direct van richting en gang te kunnen veranderen.

VACHT/HAAR: Van gemiddelde structuur, recht tot golvend, weerbestendig en van gemiddelde lengte. De ondervacht varieert in dikte, afhankelijk van het klimaat. Het haar is kort en glad op het hoofd, de oren, de voorkant van de voorbenen en beneden de hakken. De achterkant van de voorbenen en de broek zijn middelmatig behaard. De kraag en halsbeharing zijn middelmatig, meer uitgesproken aanwezig bij reuen dan bij teven.

KLEUR: Blue-merle, black, red-merle, red (alle met of zonder witte aftekeningen en/of tan aftekeningen, zonder voorkeur voor een bepaalde kleur. Een witte halskraag mag op de huid gezien niet voorbij de toppen van de schouderbladen komen. Wit is toegestaan op hals (zowel gedeeltelijk als volledige kraag), borst, benen, onderkant van de snuit, bles op het hoofd en een uitbreiding van het wit van de buikzijde naar boven toe tot 10 cm. boven de horizontale lijn die uit de elleboog getrokken kan worden. Wit aan het hoofd mag niet overheersen en de ogen moeten volledig omringd zijn door kleur en pigment. Typerend voor merles is dat zij donkerder worden bij toenemende leeftijd.

GROOTTE: De gewenste schofthoogte voor reuen is 51 – 58 cm. en voor teven 46 – 53 cm. Kwaliteit mag niet opgeofferd worden ten gunste van de maat.

FOUTEN: Elke afwijking van de voorgaande punten moet worden beschouwd als een fout en de beoordeling van de ernst van de fout moet exact in verhouding staan tot de mate waarin de fout zich voordoet of invloed heeft op de gezondheid en/of welzijn van de hond.

ERNSTIGE FOUTEN:

  • Prik- en hangoren.
  • Niet typische vachten.

DISKWALIFICERENDE FOUTEN:

  • Agressief of overmatig schuw.
  • Ondervoorbeet. Bovenvoorbeet méér dan 3 mm. Te korte middelste snijtanden die geen contact maken, in een overigens correct gebit, zal niet als ondervoorbeet worden beoordeeld. Gebroken of ontbrekende tanden door een ongeval, zullen niet als fout worden bestraft.
  • Witte lichaamsvlekken bij alle kleuren, wat betekent: wit op het lichaam tussen schoft en staart, aan beide zijden tussen de ellebogen en de achterzijde van de achterhand.

NB: Reuen moeten twee normaal ontwikkelde, volledig in het scrotum ingedaalde testikels bezitten.

Kleuren

D e Aussie bestaat in vier basiskleuren en daarbinnen zijn er steeds vier variëteiten:

  • Met of zonder wit
  • Met of zonder tan
Hieronder zie je de verschillende mogelijkheden. De ene kleur komt veel vaker voor dan de andere.

Self Black

Black Tricolor

Black Bicolor

Black & Tan

Self Blue Merle

Blue Merle White & Tan

Blue Merle White

Blue Merle & Tan

Self Red

Red Tricolor

Red Bicolor

Red &Tan

Self Red Merle

Red Merle White & Tan

Red Merle White

Red Merle & Tan

Wat als je nu de verschillende kleuren door elkaar fokt?

Dit is een zeer complex gegeven. We beperken ons hier tot de meest bekende kleuren.

X Blue Merle Blue Merle/R Black Tri Black Tri/R Red Tri Red Merle
Blue Merle Verboden Verboden Blue Merle
Black Tri
Blue Merle
Blue Merle/R
Black Tri
Black Tri/R
Blue Merle/R
Black Tri/R
Verboden
Blue Merle/R Verboden Verboden Blue Merle
Blue Merle/R
Black Tri
Black Tri/R
Blue Merle
Blue Merle/R
Black Tri
Black Tri/R
Red Tri
Red Merle
Blue Merle
Blue Merle/R
Black Tri
Black Tri/R
Red Tri
Red Merle
Verboden
Black Tri Blue Merle
Black Tri
Blue Merle
Blue Merle/R
Black Tri
Black Tri/R
Black Tri Black Tri
Black Tri/R
Black Tri/R Blue Merle/R
Black Tri/R
Black Tri/R Blue Merle
Blue Merle/R
Black Tri
Black Tri/R
Blue Merle/R
Black Tri
Black Tri/R
Red Tri
Red Merle
Black Tri
Black Tri/R
Black Tri
Black Tri/R
Red Tri
Black Tri/R
Red Tri
Blue Merle/R
Black Tri/R
Red Tri
Red Merle
Red Tri Blue Merle/R
Black Tri/R
Blue Merle/R
Black Tri/R
Red Tri
Red Merle
Black Tri/R Black Tri/R
Red Tri
Red Tri Red Tri
Red Merle
Red Merle Verboden Verboden Blue Merle/R
Black Tri/R
Blue Merle/R
Black Tri/R
Red Tri
Red Merle
Red Tri
Red Merle
Verboden

/R wil zeggen dat de hond in kwestie niet rood is, maar wel het gen in zich heeft en het dus kan doorgeven.

De Mysteries van Merle ontrafelen

De Nederlandse vertaling van het artikel van Mary Langevin over het Merle vachtpatroon. Een must read voor iedereen die fokt met een ras waar het Merle vachtpatroon voorkomt.

Grooming

Vraag tien Aussie-eigenaren hoe ze hun hond groomen en je krijgt waarschijnlijk tien verschillende antwoorden. De een volstaat met een borstelbeurt en het weghalen van enkele haren, de ander is urenlang in de weer met föhn en foam. Als leidraad kunnen we de rasstandaard nemen, en daarin komen opvallend vaak de woorden gemiddeld en middelmatig voor. En die woorden maken het meteen duidelijk: de Australian Shepherd is géén flashy ‘opborstelras’.

Een verzorgd voorkomen: zeker, maar de Aussie is beslist geen Old English Sheepdog of Schotse Herder langhaar,  rassen waar de standaard bij het onderdeel vacht spreekt van overvloedig. Die term komt in de rasbeschrijving van de Australian Shepherd niet voor. De beharing van de Aussie is volgens de FCI-standaard van gemiddelde structuur, recht tot golvend, weerbestendig en van gemiddelde lengte. Hier komen we dus al twee keer het woord gemiddeld tegen.

Zo hoort de vacht van de Aussiereu er uit te zien …
… en zo de vacht van de Aussieteef
De vachtverzorging begint met het goed doorborstelen en kammen van de vacht om losse haren en eventuele klitten te verwijderen. De vacht van de Aussie is niet erg klitgevoelig. Een wekelijkse verzorgings- en controlebeurt volstaat. Als er verviltingen ontstaan, dan is dat meestal in het kroezende haar onder de oren, in het dikke pak vacht bij de broek of in oksels en liezen. Ze zijn doorgaans gemakkelijk los te kammen of knip ze eventueel voorzichtig weg.
‘Geweld’ is bij de Aussievacht beslist niet nodig. Met scherp en snijdend materiaal loop je een groot risico de vacht te beschadigen. Met een herderharkje of slickerbrush komt zelfs in de dikste vachten het haar al gemakkelijk los. Werk de vacht over het hele lichaam (borst, nek, rug, buik, poten, broek, staart) goed tot aan de huid toe door. Zelf werk ik daarbij het liefst met achtereenvolgens een grove, middelfijne en eventueel fijne kam. Na wat borstel- en kamwerk springt de Aussie vanzelf al behoorlijk in model. Nu is het een kwestie van het bijwerken van oren, voeten en staart met behulp van de gewone trimschaar en de effileerschaar. Zelf gebruik ik de halve effileerschaar.
Weg te plukken Aussie-dreadlocks onder het oor
De binnenzijde van het oor is ‘opgeruimd’
Aussie met naar voren staand oor
Pas bij deze oorstand op voor ‘vliegtuigoren’
Knip aan de onderkant het overtollige haar dat tussen de voetzolen uitsteekt weg
Knip het haar rondom de voorvoeten en nagels in model
Knip het haar rondom de achter voeten, hakken en nagels in model
Achterhand voor …
… en na het groomen, met uitgekamde broek, bijgewerkte achterpoten en geknipte staartlijn

Finishing touch

Bij Australian Shepherds die naar de show gaan moeten voor iedere tentoonstelling de puntjes even op de i worden gezet. Gebruik als finishing touch voor glans en volume een zachte borstel in combinatie met een coat conditioner of spray, nog simpeler, een lichte waternevel over de vacht. Of de Aussie voor de show moet worden gewassen, is afhankelijk van de conditie van de vacht. Als alleen het wit wat geel of groezelig is, kan worden volstaan met het wassen van buik en poten. Moet de hond helemaal worden gewassen, doe dat dan niet te kort voor een show. Test eerst even uit hoe het haar op de wasbeurt reageert, sommige vachten kunnen namelijk erg fluffy worden. Als de vacht op de rug erg (op)krult kun je hem laten drogen onder een handdoek voor een ‘strakker’ resultaat.

Het groomen van de Aussie samengevat: doe alleen wat echt nodig is, kom met de schaar in principe alleen aan voeten, oren en staart, zorg in alle gevallen voor een zo natuurlijk mogelijk resultaat met zo min mogelijk knipsporen en houd die twee veel voorkomende woorden uit de standaard in gedachten: gemiddeld en middelmatig. Voor wie nog meer wil weten over het groomen van de Aussie, hiernaast staan nog vijf video’s waarin duidelijk uitleg gegeven worden over de grooming.

De Australian Shepherd hoort een ondervacht te hebben. Die varieert in dikte, afhankelijk van het klimaat. Op het hoofd, de oren, de voorkant van de voorbenen en beneden de hakken hoort het haar kort en glad te zijn. De achterkant van de voorbenen en de broek zijn volgens de standaard middelmatig behaard. De kraag en halsbeharing zijn (daar heb je het woord weer) middelmatig. Kenmerkend is dat de reuen een meer uitgesproken kraag laten zien dan de teven. Niet typische vachten worden bij de Aussie als een ernstige fout aangemerkt. Puppies hebben een wollige, dicht ingeplante vacht. Rond de zesde levensmaand maakt die puppypyjama langzaam plaats voor de volwassen jas. Licht borstelen en eventueel kammen om vuil te verwijderen en klitten voor te zijn is voor de puppyvacht voldoende. Het knip- en plukwerk komt later. Maar begin vroeg met vachtverzorging, doe desnoods alleen alsof. Jong geleerd is immers oud gedaan! De meeste Australian Shepherds kennen tweemaal per jaar een flinke ruiperiode. Dat is de tijd om de loszittende ondervacht te verwijderen. Als je de vacht regelmatig aanpakt, zal deze zich blijven vernieuwen. Een Aussie haart sowieso het hele jaar door. Of, zoals de Amerikaanse auteur en Aussie-eigenaar Liz Palika het verwoordt: ,,Aussies shed. There is no way around it. That lush, thick, silky coat does shed. If dog hair in the house bothers you, don’t get an Aussie.”

Trimgereedschap voor de Aussie

Van links naar rechts:

  • haren borstel
  • herderharkje
  • grove/middelfijne kam
  • fijne kam
  • gewone trimschaar
  • (halve) effileerschaar
  • nageltang

Oren

Volgens de FCI-standaard zijn de oren van de Australian Shepherd driehoekig, van gemiddelde grootte en dikte en hoog aangezet aan het hoofd. Bij volle aandacht staan ze naar voren, maar ze kunnen ook als een rozenoor naar de zijkant afhangen. Overtollig haar dient te worden verwijderd. Vaak kom je met je vingers al een heel eind. Met name de vaak lichter gekleurde, pluizige en kroezende ‘dreadlocks’ op en achter de oren laten zich goed wegplukken. Met de effileerschaar kun je de binnenkant en de oorranden (en indien nodig nog de bovenkant) bijwerken.

Wees vooral bij honden met een rozenoor niet te enthousiast met de effileerschaar. Zolang het oor naar voren hangt kan het resultaat er netjes uitzien, maar zodra de hond zijn oren naar achteren klapt wordt een deel van de binnenkant zichtbaar. Als er dan onder en achter het oor te veel haar is weggehaald, krijgt de hond een beetje een blotebillengezicht met vliegtuigoren! Zorg dus dat het oor de aansluiting met de kraagbeharing blijft houden.

Voeten

Aussievoeten horen ovaal van vorm te zijn. Ze zijn volgens de standaard compact met dicht aaneengesloten, goed gewelfde tenen. Knip aan de onderkant van de voor- en achtervoeten het overtollige haar dat tussen de voetzolen uitsteekt weg. Verwijder aan de bovenkant van de voor- en achtervoeten met de effileerschaar indien nodig de ‘flossen’ op de tenen. Pas daarbij op dat je niet te veel wegknipt, de tenen moeten gesloten blijven. Bovendien: hoe meer je aan de voet knipt, des te harder zal het haar terugkomen en hoe meer je weer moet bijwerken. Tot slot de afwerking: knip het haar rondom de voeten en nagels in model. De nagels kunnen indien nodig worden ingekort en vergeet ook de zogenaamde duimnagel aan de voorpoot.

Het haar achter op de voorpoten kan onderaan ietsje worden opgeknipt, tot pakweg halverwege het hoogste pootkussen. Voordeel daarvan is dat er minder vuil aan de voet blijft hangen, bovendien kun je er de ‘polslijn’ iets mee accentueren. De middenvoet hoort bij de Aussie heel lichtgebogen af te lopen. Niet loodrecht opknippen dus, maar iets schuin omhoog, weg van de voet. Laat de vlaggen aan de achterkant van de voorpoten ongemoeid: alleen kammen, niet knippen. Overtollig en uitstekend haar achter op de hakken kun je met de effileerschaar verwijderen. Bij veel showhonden worden de hakken nog wel eens wat opgekamd om de hoeking van de achterhand te accentueren. Voor datzelfde doel kun je ook de binnenkant van de broek ter hoogte van de hakken ietsje uitdunnen. Maar let op: ook hier komt de middelmaat weer om de hoek kijken! De spronggewrichten van de Aussie horen namelijk middelmatig gehoekt te zijn. Kom met de schaar verder niet aan de beharing aan borst, buik en broek.

Staart

Sinds het couperen van staarten in Nederland verboden is, zien we Aussiestaarten in alle vormen en maten. Van de natural bobs (honden die staartloos worden geboren), kwart staarten, halve staarten, driekwart staarten tot hele staarten. De staart kan vol en bossig, maar ook langer en dunner zijn en al dan niet krullen. Bij gecoupeerde honden of natural bobtails (ook wel nbt’s genoemd) wordt de staartlijn geëffileerd. Aan de lange staarten hoeft eigenlijk niets te worden geknipt. Eventueel kan de staartpunt met de effileerschaar iets worden bijgewerkt of, als er erg veel lang of sprieterig haar onder de staart hangt, de staartvlag. Bij kwart of halve staarten is het per Aussie verschillend wat netjes staat, soms ziet het er niet echt goed uit als daar een heel gordijn van haar onder wappert. Sommige Aussies zullen nooit in de trimsalon komen, simpelweg omdat hun eigenaren het borstel- en kamwerk zelf voor hun rekening kunnen nemen en het haar aan oren en voeten niet hard genoeg groeit om geknipt te moeten worden. Mocht je van een gemakzuchtige Australian Shepherd-bezitter het verzoek krijgen om de beharing aan poten, broek en borst lekker in te korten (‘dan blijft hij niet zo lang vies’), houd er dan rekening mee dat het haar door drastisch te knippen alleen maar harder zal gaan groeien en bovendien van structuur kan veranderen (dunner, pluiziger), waardoor de vacht zijn zelfreinigend vermogen verliest.

De opbrengst van een uurtje groomen